2 Koningen 21:9

Maar zij hoorden niet; want Manasse deed hen dwalen, dat zij erger deden dan de heidenen, die de HEERE voor het aangezicht der kinderen Israels verdelgd had.

Spreuken 29:12

Een heerser, die op leugentaal acht geeft, al zijn dienaars zijn goddeloos.

1 Koningen 14:16

En Hij zal Israel overgeven, om Jerobeams zonden wil, die gezondigd heeft, en die Israel heeft doen zondigen.

2 Kronieken 33:9

Zo deed Manasse Juda en de inwoners te Jeruzalem dwalen, dat zij erger deden dan de heidenen, die de HEERE voor het aangezicht der kinderen Israels verdelgd had.

2 Kronieken 36:16

Maar zij spotten met de boden Gods, en verachtten Zijn woorden; zij verleidden zichzelven tegen Zijn profeten; totdat de grimmigheid des HEEREN tegen Zijn volk opging, dat er geen helen aan was.

Ezra 9:10-11

En nu, wat zullen wij zeggen, o onze God! na dezen? Want wij hebben Uw geboden verlaten,

Nehemia 9:26

Maar zij zijn wederspannig geworden, en hebben tegen U gerebelleerd, en Uw wet achter hun rug geworpen, en Uw profeten gedood die tegen hen betuigden, om hen te doen wederkeren tot U; alzo hebben zij grote lasteren gedaan.

Nehemia 9:29-30

En Gij hebt tegen hen betuigd, om hen te doen wederkeren tot Uw wet; maar zij hebben trotselijk gehandeld, en niet gehoord naar Uw geboden, en tegen Uw rechten, tegen dezelve hebben zij gezondigd, door dewelke een mens, die ze doet, leven zal; en zij hebben hun schouder teruggetogen, en hun nek verhard, en niet gehoord.

Psalmen 12:8

[ (Psalms 12:9) De goddelozen draven rondom, wanneer de snoodsten van des mensenkinderen verhoogd worden. ]

Psalmen 81:10

Ik ben de Heere, uw God, Die u heb opgevoerd uit het land van Egypte; doe uw mond wijd open, en Ik zal hem vervullen.

Ezechiël 16:47

Doch gij hebt in haar wegen niet gewandeld, noch naar haar gruwelen gedaan; het was wat gerings, een verdriet; maar gij hebt het meer verdorven dan zij, in al uw wegen.

Ezechiël 16:51-52

Samaria ook heeft naar de helft uwer zonden niet gezondigd; en gij hebt uw gruwelen meer dan zij vermenigvuldigd, en hebt uw zusters gerechtvaardigd door al uw gruwelen, die gij gedaan hebt.

Daniël 9:6

En wij hebben niet gehoord naar Uw dienstknechten, de profeten, die in Uw Naam spraken tot onze koningen, onze vorsten en onze vaders, en tot al het volk des lands.

Daniël 9:10-11

En wij hebben der stem des HEEREN, onzes Gods, niet gehoorzaamd, dat wij in Zijn wetten wandelen zouden, die Hij gegeven heeft voor onze aangezichten, door de hand van Zijn knechten, de profeten.

Hosea 5:11

Efraim is verdrukt, hij is verpletterd met recht; want hij heeft zo gewild; hij heeft gewandeld naar het gebod.

Lukas 13:34

Jeruzalem, Jeruzalem! gij, die de profeten doodt, en stenigt, die tot u gezonden zijn, hoe menigmaal heb Ik uw kinderen willen bijeenvergaderen, gelijkerwijs een hen haar kiekens onder de vleugelen vergadert; en gijlieden hebt niet gewild?

Johannes 15:22

Indien Ik niet gekomen ware, en tot hen gesproken had, zij hadden geen zonde; maar nu hebben zij geen voorwendsel voor hun zonde.

Jakobus 4:17

Wie dan weet goed te doen, en niet doet, dien is het zonde.

Openbaring 2:20

Maar Ik heb enige weinige dingen tegen u, dat gij de vrouw Jezabel, die zichzelve zegt een profetes te zijn, laat leren, en Mijn dienstknechten verleiden, dat zij hoereren en afgodenoffer eten.

Treasury of Scripture Knowledge did not add