2 Koningen 4:24

Toen zadelde zij de ezelin, en zeide tot haar jongen: Drijf, en ga voort; houd mij niet op voort te rijden, tenzij dan dat ik het u zegge.

Exodus 4:20

Mozes dan nam zijn vrouw, en zijn zonen, en voerde hen op een ezel, en keerde weder in Egypteland; en Mozes nam den staf Gods in zijn hand.

1 Samuël 25:19-20

En zij zeide tot haar jongelingen: Trekt heen voor mijn aangezicht; ziet, ik kom achter ulieden; doch haar man Nabal gaf zij het niet te kennen.

1 Koningen 13:13

Toen zeide hij tot zijn zonen: Zadelt mij den ezel. En zij zadelden hem den ezel, en hij reed daarop.

1 Koningen 13:23

En het geschiedde, nadat hij brood gegeten, en nadat hij gedronken had, dat hij hem den ezel zadelde, te weten voor den profeet, dien hij had koen wederkeren.

Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd

Public domain