2 Koningen 4:32

En toen Elisa in het huis kwam, ziet, zo was de jongen dood, zijnde gelegd op zijn bed.

1 Koningen 17:17

En het geschiedde na deze dingen, dat de zoon dezer vrouw, der waardin van het huis, krank werd; en zijn krankheid werd zeer sterk, totdat geen adem in hem overgebleven was.

Lukas 8:52-53

En zij schreiden allen, en maakten misbaar over hetzelve. En Hij zeide: Schreit niet; zij is niet gestorven; maar zij slaapt.

Johannes 11:17

Jezus dan, gekomen zijnde, vond, dat hij nu vier dagen in het graf geweest was.

Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd

Public domain