2 Koningen 9:29

In het elfde jaar nu van Joram, den zoon van Achab, was Ahazia koning geworden over Juda.

2 Kronieken 21:18-19

En na dit alles plaagde hem de HEERE in zijn ingewand met een krankheid, daar geen genezen aan was.

2 Koningen 8:16

In het vijfde jaar nu van Joram, den zoon van Achab, den koning van Israel, toen Josafat koning was van Juda, begon Jehoram, de zoon van Josafat, den koning van Juda, te regeren.

2 Koningen 8:24-25

En Joram ontsliep met zijn vaderen, en werd begraven bij zijn vaderen, in de stad Davids; en Ahazia, zijn zoon, werd koning in zijn plaats.

2 Kronieken 22:1-2

En de inwoners van Jeruzalem maakten Ahazia, zijn kleinsten zoon, koning in zijn plaats; want een bende, die met de Arabieren in het leger gekomen was, had al de eersten gedood. Ahazia dan, de zoon van Joram, de koning van Juda, regeerde.

Treasury of Scripture Knowledge did not add