2 Kronieken 13:20

En Jerobeam behield geen kracht meer in de dagen van Abia; maar de HEERE sloeg hem, dat hij stierf.

1 Samuël 25:38

En het geschiedde omtrent na tien dagen, zo sloeg de HEERE Nabal, dat hij stierf.

1 Koningen 14:20

De dagen nu, die Jerobeam heeft geregeerd, zijn twee en twintig jaren; en hij ontsliep met zijn vaderen, en Nadab, zijn zoon, regeerde in zijn plaats.

1 Samuël 26:10

Verder zeide David: Zo waarachtig als de HEERE leeft, de HEERE zal hem slaan, of zijn dag zal komen, dat hij zal sterven, of hij zal in een strijd trekken, dat hij omkome.

1 Koningen 15:9

In het twintigste jaar van Jerobeam, den koning van Israel, werd Asa koning over Juda.

Psalmen 18:37-38

Ik vervolgde mijn vijanden, en trof hen aan; en ik keerde niet weder, totdat ik hen verdaan had.

Ezechiël 24:16

Mensenkind! zie, Ik zal den lust uwer ogen van u wegnemen door een plage; nochtans zult gij niet rouwklagen, noch wenen, en uw tranen zullen niet voortkomen.

Handelingen 12:23

En van stonde aan sloeg hem een engel des Heeren, daarom dat hij Gode de eer niet gaf; en hij werd van de wormen gegeten, en gaf den geest.

Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd

Public domain