2 Kronieken 2:5
En het huis, dat ik zal bouwen, zal groot zijn; want onze God is groter dan alle goden.
1 Kronieken 16:25
Want de HEERE is groot, en zeer te prijzen, en Hij is vreselijk boven alle goden.
Exodus 15:11
O HEERE! wie is als Gij onder de goden? wie is als Gij, verheerlijkt in heiligheid, vreselijk in lofzangen, doende wonder?
Psalmen 135:5
Want ik weet, dat de HEERE groot is, en dat onze Heere boven alle goden is.
1 Koningen 9:8
En aangaande dit huis, dat verheven zal geweest zijn, al wie voor hetzelve zal voorbijgaan, zal zich ontzetten en fluiten; men zal zeggen: Waarom heeft de HEERE alzo gedaan aan dit land en aan dit huis?
1 Kronieken 29:1
Verder zeide de koning David tot de ganse gemeente: God heeft mijn zoon Salomo alleen verkoren, een jongeling en teder; dit werk daarentegen is groot, want het is geen paleis voor een mens, maar voor God, den HEERE.
2 Kronieken 2:9
En dat om mij hout in menigte te bereiden; want het huis, dat ik zal bouwen, zal groot en wonderlijk zijn.
Psalmen 86:8-9
Onder de goden is niemand U gelijk, Heere! en er zijn geen gelijk Uw werken.
Psalmen 145:3
Gimel. De HEERE is groot en zeer te prijzen, en Zijn grootheid is ondoorgrondelijk.
Jeremia 10:6
Omdat niemand U gelijk is, o HEERE! zo zijt Gij groot, en groot is Uw Naam in mogendheid.
Ezechiël 7:20
En Hij heeft de schoonheid Zijns sieraads ter overtreffelijkheid gezet; maar zij hebben daarin beelden hunner gruwelen en hunner verfoeiselen gemaakt; daarom heb Ik dat hun tot onreinigheid gesteld.
1 Timotheüs 6:15
Welke te Zijner tijd vertonen zal de zalige en alleen machtige Heere, de Koning der koningen, en Heere der heren;
Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd