2 Kronieken 20:35
Doch na dezen vergezelschapte zich Josafat, de koning van Juda, met Ahazia, den koning van Israel; die handelde goddelooslijk in zijn doen.
1 Koningen 22:48-49
Toen was er geen koning in Edom, maar een stadhouder des konings.
2 Koningen 1:2-16
En Ahazia viel door een tralie in zijn opperzaal, die te Samaria was, en werd krank. En hij zond boden, en zeide tot hen: Gaat heen, vraagt Baal-Zebub, den god van Ekron, of ik van deze krankheid genezen zal.
Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd