2 Kronieken 21:8
In zijn dagen vielen de Edomieten af van onder het gebied van Juda, en zij maakten over zich een koning.
Genesis 27:40
En op uw zwaard zult gij leven, en zult uw broeder dienen; doch het zal geschieden, als gij heersen zult, dan zult gij zijn juk van uw hals afrukken.
1 Koningen 22:47
Ook deed hij uit het land weg de overige schandjongens, die in de dagen van zijn vader Asa overgebleven waren.
2 Koningen 3:9
Alzo toog de koning van Israel heen, en de koning van Juda, en de koning van Edom; en als zij zeven dagreizen omgetogen waren, zo had het leger en het vee, dat hen navolgde, geen water.
2 Koningen 8:20-22
In zijn dagen vielen de Edomieten van onder het gebied van Juda af, en maakten een koning over zich.
2 Kronieken 20:22-23
Ter tijd nu, als aanhieven met een vreugdegeroep en lofzang, stelde de HEERE achterlagen tegen de kinderen Ammons, Moab, en die van het gebergte Seir, die tegen Juda gekomen waren; en zij werden geslagen.
2 Kronieken 21:10
Evenwel vielen de Edomieten af van onder het gebied van Juda, tot op dezen dag; toen ter zelfder tijd viel Libna af, van onder zijn gebied, want hij had den HEERE, den God zijner vaderen, verlaten.
Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd