2 Kronieken 26:17
Doch Azaria, de priester, ging hem na, en met hem des HEEREN priesters, tachtig kloeke mannen.
1 Kronieken 6:10
En Johanan gewon Azarja. Hij is het, die het priesterambt bediende in het huis, dat Salomo te Jeruzalem gebouwd had.
1 Kronieken 12:28
En Zadok was een jongeling, een kloek held; en uit zijns vaders huis waren twee en twintig oversten;
1 Kronieken 26:6
Ook werden zijn zoon Semaja kinderen geboren, heersende over het huis huns vaders; want zij waren kloeke helden.
Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd