2 Kronieken 6:1

Toen zeide Salomo: De HEERE heeft gezegd, dat Hij in de donkerheid zou wonen.

Exodus 20:21

En het volk stond van verre; maar Mozes naderde tot de donkerheid, alwaar God was.

1 Koningen 8:12-50

Toen zeide Salomo: De HEERE heeft gezegd, dat Hij in donkerheid zou wonen.

Hebreeën 12:18

Want gij zijt niet gekomen tot den tastelijken berg, en het brandende vuur, en donkerheid, en duisternis, en onweder,

Exodus 24:15-18

Toen Mozes op den berg geklommen was, zo heeft een wolk den berg bedekt.

Leviticus 16:2

De HEERE dan zeide tot Mozes: Spreek tot uw broeder Aaron, dat hij niet te allen tijde ga in het heilige, binnen den voorhang, voor het verzoendeksel, dat op de ark is, opdat hij niet sterve; want Ik verschijn in een wolk op het verzoendeksel.

Deuteronomium 4:11

En gijlieden naderdet en stondt beneden dien berg; (die berg nu brandde van vuur, tot aan het midden des hemels; er was duisternis, wolken en donkerheid).

Psalmen 18:8-11

Rook ging op van Zijn neus, en een vuur uit Zijn mond verteerde; kolen werden daarvan aangestoken.

Psalmen 97:2

Rondom Hem zijn wolken en donkerheid, gerechtigheid en gericht zijn de vastigheid Zijns troons.

Nahum 1:3

De HEERE is lankmoedig, doch van grote kracht, en Hij houdt den schuldige geenszins onschuldig. Des HEEREN weg is in wervelwind, en in storm, en de wolken zijn het stof Zijner voeten.

Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd

Public domain