2 Kronieken 9:7

Welgelukzalig zijn uw mannen, en welgelukzalig deze uw knechten, die geduriglijk voor uw aangezicht staan, en uw wijsheid horen.

Deuteronomium 33:9

Die tot zijn vader en tot zijn moeder zeide: Ik zie hem niet; en die zijn broederen niet kende, en zijn zonen niet achtte; want zij onderhielden Uw woord, en bewaarden Uw verbond.

1 Koningen 10:8

Welgelukzalig zijn uw mannen, welgelukzalig deze uw knechten, die gedurig voor uw aangezicht staan, die uw wijsheid horen!

Psalmen 27:4

Een ding heb ik van den HEERE begeerd, dat zal ik zoeken: dat ik al de dagen mijns levens mocht wonen in het huis des HEEREN, om de liefelijkheid des HEEREN te aanschouwen, en te onderzoeken in Zijn tempel.

Psalmen 84:10-12

Want een dag in Uw voorhoven is beter dan duizend elders; ik koos liever aan den dorpel in het huis mijns Gods te wezen, dan lang te wonen in de tenten der goddeloosheid.

Spreuken 3:3

Dat de goedertierenheid en de trouw u niet verlaten; bind ze aan uw hals, schrijf zij op de tafel uws harten.

Spreuken 3:14

Want haar koophandel is beter dan de koophandel van zilver, en haar inkomst dan het uitgegraven goud.

Spreuken 8:34

Welgelukzalig is de mens, die naar Mij hoort, dagelijks wakende aan Mijn poorten, waarnemende de posten Mijner deuren.

Spreuken 10:21

De lippen des rechtvaardigen voeden er velen; maar de dwazen sterven door gebrek van verstand.

Spreuken 13:20

Die met de wijzen omgaat, zal wijs worden; maar die der zotten metgezel is, zal verbroken worden.

Lukas 10:39-42

En deze had een zuster, genaamd Maria, welke ook, zittende aan de voeten van Jezus, Zijn woord hoorde.

Lukas 11:28

Maar Hij zeide: Ja, zalig zijn degenen, die het Woord Gods horen, en hetzelve bewaren.

Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd

Public domain