2 Samuël 21:4

Toen zeiden de Gibeonieten tot hem: Het is ons niet te doen om zilver en goud met Saul en met zijn huis; ook is het ons niet om iemand te doden in Israel. En hij zeide: Wat zegt gij dan, dat ik u doen zal?

Psalmen 49:6-8

Aangaande degenen, die op hun goed vertrouwen; en op de veelheid huns rijkdoms roemen;

1 Petrus 1:18-19

Wetende dat gij niet door vergankelijke dingen, zilver of goud, verlost zijt uit uw ijdele wandeling, die u van de vaderen overgeleverd is;

Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd

Public domain