2 Samuël 22:20

En Hij voerde mij uit in de ruimte, en rukte mij uit, want Hij had lust aan mij.

2 Samuël 15:26

Maar indien Hij alzo zal zeggen: Ik heb geen lust tot u; zie, hier ben ik, Hij doe mij, zo als het in Zijn ogen goed is.

Psalmen 31:8

En mij niet hebt overgeleverd in de hand des vijands; Gij hebt mijn voeten doen staan in de ruimte.

Psalmen 118:5

Uit de benauwdheid heb ik den HEERE aangeroepen; de HEERE heeft mij verhoord, stellende mij in de ruimte.

Psalmen 22:8

Hij heeft het op den HEERE gewenteld, dat Hij hem nu uithelpe, dat Hij hem redde, dewijl Hij lust aan hem heeft!

Genesis 26:22

En hij brak op van daar, en groef een andere put, en zij twistten over dien niet; daarom noemde hij deszelfs naam Rehoboth, en zeide: Want nu heeft ons de HEERE ruimte gemaakt, en wij zijn gewassen in dit land.

1 Kronieken 4:10

Want Jabez riep den God Israels aan, zeggende: Indien Gij mij rijkelijk zegenen, en mijn landpale vermeerderen zult, en Uw hand met mij zijn zal, en met het kwade alzo maakt, dat het mij niet smarte! En God liet komen, wat hij begeerde.

Psalmen 147:11

De HEERE heeft een welgevallen aan hen, die Hem vrezen, die op Zijn goedertierenheid hopen.

Psalmen 149:4

Want de HEERE heeft een welgevallen aan Zijn volk; Hij zal de zachtmoedigen versieren met heil.

Jesaja 42:1

Ziet, Mijn Knecht, Dien Ik ondersteun, Mijn Uitverkorene, in Denwelken Mijn ziel een welbehagen heeft! Ik heb Mijn geest op Hem gegeven; Hij zal het recht den heidenen voortbrengen.

Hosea 4:16

Want Israel is onbandig, als een onbandige koe; nu zal hen de HEERE weiden, als een lam in de ruimte.

Mattheüs 3:17

En ziet, een stem uit de hemelen, zeggende: Deze is Mijn Zoon, Mijn Geliefde, in Denwelken Ik Mijn welbehagen heb!

Mattheüs 17:5

Terwijl hij nog sprak, ziet, een luchtige wolk heeft hen overschaduwd; en ziet, een stem uit de wolk, zeggende: Deze is Mijn geliefde Zoon, in Denwelken Ik Mijn welbehagen heb; hoort Hem!

Mattheüs 27:43

Hij heeft op God betrouwd; dat Hij Hem nu verlosse, indien Hij Hem wel wil; want Hij heeft gezegd: Ik ben Gods Zoon.

Handelingen 2:32-36

Dezen Jezus heeft God opgewekt; waarvan wij allen getuigen zijn.

Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd