2 Samuël 22:4
Ik riep den HEERE aan, Die te prijzen is, en ik werd verlost van mijn vijanden.
Psalmen 48:1
Een lied, een psalm, voor de kinderen van Korach. (1a) De HEERE is groot en zeer te prijzen, in de stad onzes Gods, op den berg Zijner heiligheid.
Psalmen 96:4
Want de HEERE is groot, en zeer te prijzen; Hij is vreselijk boven alle goden.
Nehemia 9:5
En de Levieten, Jesua, en Kadmiel, Bani, Hasabneja; Serebja, Hodia, Sebanja, Petahja, zeiden: Staat op, looft den HEERE, uw God, van eeuwigheid tot in eeuwigheid; en men love den Naam Uwer heerlijkheid, die verhoogd is boven allen lof en prijs!
Psalmen 18:3
Ik riep den HEERE aan, Die te prijzen is, en werd verlost van mijn vijanden.
Psalmen 34:6
Zain. Deze ellendige riep, en de HEERE hoorde; en Hij verloste hem uit al zijn benauwdheden.
Psalmen 50:15
En roept Mij aan in den dag der benauwdheid; Ik zal er u uithelpen, en gij zult Mij eren.
Psalmen 55:16
Mij aangaande, ik zal tot God roepen, en de HEERE zal mij verlossen.
Psalmen 56:9
Dan zullen mijn vijanden achterwaarts keren, ten dage als ik roepen zal; dit weet ik, dat God met mij is.
Psalmen 57:1-3
Een gouden kleinood van David, voor den opperzangmeester, Altascheth; als hij voor Sauls aangezicht vlood in de spelonk. (1a) Wees mij genadig, o God! Wees mij genadig, want mijn ziel betrouwt op U, en ik neem mijn toevlucht onder de schaduw Uwer vleugelen, totdat de verdervingen zullen voorbij zijn gegaan.
Psalmen 66:2
Psalmzingt de eer Zijns Naams; geeft eer Zijn lof.
Psalmen 106:2
Wie zal de mogendheden des HEEREN uitspreken, al Zijn lof verkondigen?
Psalmen 116:2
Want Hij neigt Zijn oor tot mij; dies zal ik Hem in mijn dagen aanroepen.
Psalmen 116:4
Maar ik riep den Naam des HEEREN aan, zeggende: Och HEERE! bevrijd mijn ziel.
Psalmen 116:13
Ik zal den beker der verlossingen opnemen, en den Naam des HEEREN aanroepen.
Psalmen 116:17
Ik zal U offeren, offerande van dankzegging, en den Naam des HEEREN aanroepen.
Psalmen 148:1-4
Hallelujah! Looft den HEERE uit de hemelen; looft Hem in de hoogste plaatsen!
Romeinen 10:13
Want een iegelijk, die den Naam des Heeren zal aanroepen, zal zalig worden.
Openbaring 4:11
Gij Heere, zijt waardig te ontvangen de heerlijkheid, en de eer, en de kracht; want Gij hebt alle dingen geschapen, en door Uw wil zijn zij, en zijn zij geschapen.
Openbaring 5:12
Zeggende met een grote stem: Het Lam, Dat geslacht is, is waardig te ontvangen de kracht, en rijkdom, en wijsheid, en sterkte, en eer, en heerlijkheid, en dankzegging.
Treasury of Scripture Knowledge did not add