2 Samuël 23:12
Zo stelde hij zich in het midden van dat stuk, en verloste dat, en sloeg de Filistijnen; en de HEERE wrocht een groot heil.
2 Samuël 23:10
Deze stond op, en sloeg onder de Filistijnen, totdat zijn hand moede werd, ja, zijn hand aan het zwaard kleefde; en de HEERE wrocht een groot heil ten zelven dage; en het volk keerde wederom hem na, alleenlijk om te plunderen.
Psalmen 3:8
[ (Psalms 3:9) Het heil is des HEEREN; Uw zegen is over Uw volk. Sela. ]
Psalmen 44:2
Gij hebt de heidenen met Uw hand uit de bezitting verdreven, maar henlieden geplant; Gij hebt de volken geplaagd, henlieden daarentegen doen voortschieten.
Spreuken 21:31
Het paard wordt bereid tegen den dag des strijds; maar de overwinning is des HEEREN.
Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd