2 Samuël 23:13
Ook gingen af drie van de dertig hoofden, en kwamen in den oogst tot David, in de spelonk van Adullam; en de hoop der Filistijnen had zich gelegerd in het dal Rafaim.
1 Samuël 22:1
Toen ging David van daar, en ontkwam in de spelonk van Adullam. En zijn broeders hoorden het, en het ganse huis zijns vaders, en kwamen derwaarts tot hem af.
2 Samuël 5:18
En de Filistijnen kwamen en verspreidden zich in het dal Refaim.
Jozua 12:15
De koning van Libna, een; de koning van Adullam, een;
Jozua 15:35
Jarmuth, en Adullam, Socho en Azeka,
2 Samuël 5:22
Daarna togen de Filistijnen weder op; en zij verspreidden zich in het dal Refaim.
1 Kronieken 11:15-19
En drie uit de dertig hoofden togen af naar den rotssteen tot David in de spelonk van Adullam; en het leger der Filistijnen had zich gelegerd in het dal Refaim.
1 Kronieken 14:9
Toen de Filistijnen kwamen, zo spreidden zij zich uit in de laagte van Refaim.
Jesaja 17:5
Want hij zal zijn, gelijk wanneer een maaier het staande koren verzamelt, en zijn arm aren afmaait; ja, hij zal zijn, gelijk wanneer iemand aren leest in het dal Refraim.
Micha 1:15
Ik zal u nog een erfgenaam toebrengen, gij inwoneres van Maresa! Hij zal komen tot aan Adullam, tot aan de heerlijkheid Israels.
Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd