2 Samuël 8:5

En de Syriers van Damaskus kwamen om Hadad-ezer, den koning van Zoba, te helpen; maar David sloeg van de Syriers twee en twintig duizend man.

1 Koningen 11:23-25

Ook verwekte God hem een wederpartijder, Rezon, den zoon van Eljada, die gevloden was van zijn heer Hadad-ezer, den koning van Zoba,

2 Samuël 8:3

David sloeg ook Hadad-ezer, den zoon van Rechob, den koning van Zoba, toen hij heentoog, om zijn hand te wenden naar de rivier Frath.

1 Kronieken 18:5-6

En de Syriers van Damaskus kwamen, om Hadar-ezer, den koning van Zoba, te helpen; maar David sloeg van de Syriers twee en twintig duizend man.

Job 9:13

God zal Zijn toorn niet afkeren; onder Hem worden gebogen de hovaardige helpers.

Psalmen 83:4-8

Zij hebben gezegd: Komt, en laat ons hen uitroeien, dat zij geen volk meer zijn; dat aan den naam Israels niet meer gedacht worde.

Jesaja 7:8

Maar Damaskus zal het hoofd van Syrie zijn, en Rezin het hoofd van Damaskus; en in nog vijf en zestig jaren zal Efraim verbroken worden, dat het geen volk zij.

Jesaja 8:9-10

Vergezelt u te zamen, gij volken! doch wordt verbroken; en neemt ter ore, allen gij, die in verre landen zijt, omgordt u, doch wordt verbroken; omgordt u, doch wordt verbroken!

Jesaja 31:3

Want de Egyptenaren zijn mensen, en geen God, en hun paarden zijn vlees, en geen geest; en de HEERE zal Zijn hand uitstrekken, dat de helper struikelen zal, en die geholpen wordt, zal nedervallen, en zij zullen al te zamen te niet komen.

Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd