2 Thessalonicenzen 3:15
En houdt hem niet als een vijand, maar vermaant hem als een broeder.
1 Thessalonicenzen 5:14
En wij bidden u, broeders, vermaant de ongeregelden, vertroost de kleinmoedigen, ondersteunt de zwakken, zijt lankmoedig jegens allen.
Galaten 6:1
Broeders, indien ook een mens vervallen ware door enige misdaad, gij, die geestelijk zijt, brengt den zodanige te recht met den geest der zachtmoedigheid; ziende op uzelven, opdat ook gij niet verzocht wordt.
Mattheüs 18:15
Maar indien uw broeder tegen u gezondigd heeft, ga heen en bestraf hem tussen u en hem alleen; indien hij u hoort, zo hebt gij uw broeder gewonnen.
Titus 3:10
Verwerp een kettersen mens na de eerste en tweede vermaning;
Leviticus 19:17-18
Gij zult uw broeder in uw hart niet haten; gij zult uw naaste naarstiglijk berispen, en zult de zonde in hem niet verdragen.
Psalmen 141:5
De rechtvaardige sla mij, het zal weldadigheid zijn; en hij bestraffe mij, het zal olie des hoofds zijn, het zal mijn hoofd niet breken; want nog zal ook mijn gebed voor hen zijn in hun tegenspoeden.
Spreuken 9:9
Leer den wijze, zo zal hij nog wijzer worden; onderwijs den rechtvaardige, zo zal hij in leer toenemen.
Spreuken 25:12
Een wijs bestraffer bij een horend oor, is een gouden oorsiersel, en een halssieraad van het fijnste goud.
1 Corinthiërs 4:14
Ik schrijf deze dingen niet om u te beschamen, maar als mijn lieve kinderen vermaan ik u.
1 Corinthiërs 5:5
Denzulken over te geven aan den satan, tot verderf des vleses, opdat de geest behouden moge worden in den dag van den Heere Jezus.
2 Corinthiër 2:6-10
Den zodanige is deze bestraffing genoeg, die van velen geschied is.
2 Corinthiër 10:8
Want indien ik ook iets overvloediger zou roemen van onze macht, welke de Heere ons gegeven heeft tot stichting, en niet tot uw nederwerping, zo zal ik niet beschaamd worden;
2 Corinthiër 13:10
Daarom schrijf ik, afwezende, deze dingen, opdat ik niet, tegenwoordig zijnde, strengheid zou gebruiken, naar de macht, die mij de Heere gegeven heeft tot opbouwing, en niet tot nederwerping.
Jakobus 5:19-20
Broeders, indien iemand onder u van de waarheid is afgedwaald, en hem iemand bekeert,
Judas 1:22-23
En ontfermt u wel eniger, onderscheid makende;
Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd