2 Timotheüs 1:14

Bewaar het goede pand, dat u toebetrouwd is, door den Heiligen Geest, Die in ons woont.

Romeinen 8:9

Doch gijlieden zijt niet in het vlees, maar in den Geest, zo anders de Geest Gods in u woont. Maar zo iemand den Geest van Christus niet heeft, die komt Hem niet toe.

1 Timotheüs 6:20

O Timotheus, bewaar het pand u toebetrouwd, een afkeer hebbende van het ongoddelijk ijdel-roepen, en van de tegenstellingen der valselijk genaamde wetenschap;

Lukas 16:11

Zo gij dan in den onrechtvaardigen Mammon niet getrouw zijt geweest, wie zal u het ware vertrouwen?

Johannes 14:17

Namelijk den Geest der waarheid, Welken de wereld niet kan ontvangen; want zij ziet Hem niet, en kent Hem niet; maar gij kent Hem; want Hij blijft bij ulieden, en zal in u zijn.

Romeinen 3:2

Vele in alle manier; want dit is wel het eerste, dat hun de Woorden Gods zijn toebetrouwd.

Romeinen 8:11

En indien de Geest Desgenen, Die Jezus uit de doden opgewekt heeft, in u woont, zo zal Hij, Die Christus uit de doden opgewekt heeft, ook uw sterfelijke lichamen levend maken, door Zijn Geest, Die in u woont.

Romeinen 8:13

Want indien gij naar het vlees leeft, zo zult gij sterven; maar indien gij door den Geest de werkingen des lichaams doodt, zo zult gij leven.

1 Corinthiërs 3:16

Weet gij niet, dat gij Gods tempel zijt, en de Geest Gods in ulieden woont?

1 Corinthiërs 6:19

Of weet gij niet, dat ulieder lichaam een tempel is van den Heiligen Geest, Die in u is, Dien gij van God hebt, en dat gij uws zelfs niet zijt?

1 Corinthiërs 9:17

Want indien ik dat gewillig doe, zo heb ik loon, maar indien onwillig, de uitdeling is mij evenwel toebetrouwd.

2 Corinthiër 5:16

Zo dan, wij kennen van nu aan niemand naar het vlees; en indien wij ook Christus naar het vlees gekend hebben, nochtans kennen wij Hem nu niet meer naar het vlees.

2 Corinthiër 5:19-20

Want God was in Christus de wereld met Zichzelven verzoenende, hun zonden hun niet toerekenende; en heeft het woord der verzoening in ons gelegd.

Galaten 2:7

Maar daarentegen, als zij zagen, dat aan mij het Evangelie der voorhuid toebetrouwd was, gelijk aan Petrus dat der besnijdenis;

Efeziërs 2:22

Op Welken ook gij mede gebouwd wordt tot een woonstede Gods in den Geest.

Efeziërs 5:18

En wordt niet dronken in wijn, waarin overdaad is, maar wordt vervuld met den Geest;

Colossenzen 4:11

En Jezus, gezegd Justus, welke uit de besnijdenis zijn; deze alleen zijn mijn medearbeiders in het Koninkrijk Gods, die mij een vertroosting geweest zijn.

1 Thessalonicenzen 5:19

Blust den Geest niet uit.

1 Timotheüs 1:11

Naar het Evangelie der heerlijkheid des zaligen Gods, dat mij toebetrouwd is.

2 Timotheüs 1:12

Om welke oorzaak ik ook deze dingen lijde, maar word niet beschaamd; want ik weet, Wien ik geloofd heb, en ik ben verzekerd, dat Hij machtig is, mijn pand, bij Hem weggelegd, te bewaren tot dien dag.

2 Timotheüs 2:2

En hetgeen gij van mij gehoord hebt onder vele getuigen, betrouw dat aan getrouwe mensen, welke bekwaam zullen zijn om ook anderen te leren.

1 Petrus 1:22

Hebbende dan uw zielen gereinigd in de gehoorzaamheid der waarheid, door den Geest, tot ongeveinsde broederlijke liefde, zo hebt elkander vuriglijk lief uit een rein hart;

Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd

Public domain