Zeer begerig zijnde om u te zien, als ik gedenk aan uw tranen, opdat ik met blijdschap moge vervuld worden;

Benaarstig u haastelijk tot mij te komen.

Benaarstig u, om voor den winter te komen. U groet Eubulus, en Pudens, en Linus, en Klaudia, en al de broeders.

Want God is mijn Getuige, hoezeer ik begerig ben naar u allen, met innerlijke bewegingen van Jezus Christus.

Die met tranen zaaien, zullen met gejuich maaien.

Om den treurigen Sions te beschikken dat hun gegeven worde sieraad voor as, vreugdeolie voor treurigheid, het gewaad des lofs voor een benauwden geest; opdat zij genaamd worden eikebomen der gerechtigheid, een planting des HEEREN, opdat Hij verheerlijkt worde.

Dan zal zich de jonkvrouw verblijden in den rei, daartoe de jongelingen en ouden te zamen; want Ik zal hunlieder rouw in vrolijkheid veranderen, en zal hen troosten, en zal hen verblijden naar hun droefenis.

En gij dan hebt nu wel droefheid; maar Ik zal u wederom zien, en uw hart zal zich verblijden, en niemand zal uw blijdschap van u wegnemen.

Tot nog toe hebt gij niet gebeden in Mijn Naam; bidt, en gij zult ontvangen, opdat uw blijdschap vervuld zij.

Dienende den Heere met alle ootmoedigheid, en vele tranen, en verzoekingen, die mij overkomen zijn door de lagen der Joden;

Daarom waakt, en gedenkt, dat ik drie jaren lang nacht en dag, niet opgehouden heb een iegelijk met tranen te vermanen.

En er werd een groot geween van hen allen; en zij, vallende om den hals van Paulus, kusten hem;

Want ik verlang om u te zien, opdat ik u enige geestelijke gave mocht mededelen, ten einde gij versterkt zoudt worden;

En ik bid u, broeders, door onzen Heere Jezus Christus, en door de liefde des Geestes, dat gij met mij strijdt in de gebeden tot God voor mij;

Dewijl hij zeer begerig was naar u allen, en zeer beangst was, omdat gij gehoord hadt, dat hij krank was.

Maar wij, broeders, van u beroofd geweest zijnde voor een kleine wijle tijds, naar het aangezicht, niet naar het hart, hebben ons te overvloediger benaarstigd, om uw aangezicht te zien, met grote begeerte.

En deze dingen schrijven wij u, opdat uw blijdschap vervuld zij.

Want het Lam, Dat in het midden des troons is, zal hen weiden, en zal hun een Leidsman zijn tot levende fonteinen der wateren; en God zal alle tranen van hun ogen afwissen.

En God zal alle tranen van hun ogen afwissen; en de dood zal niet meer zijn; noch rouw, noch gekrijt, noch moeite zal meer zijn; want de eerste dingen zijn weggegaan.

Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd

Public domain

Alle Vertalingen
Dutch Staten Vertaling