2 Timotheüs 2:16

Maar stel u tegen het ongoddelijk ijdelroepen; want zij zullen in meerdere goddeloosheid toenemen.

Titus 3:9

Maar wedersta de dwaze vragen en geslachtsrekeningen, en twistingen, en strijdingen over de wet; want zij zijn onnut en ijdel.

1 Timotheüs 6:20

O Timotheus, bewaar het pand u toebetrouwd, een afkeer hebbende van het ongoddelijk ijdel-roepen, en van de tegenstellingen der valselijk genaamde wetenschap;

Ezra 10:10

Toen stond Ezra, de priester, op en zeide tot hen: Gijlieden hebt overtreden, en vreemde vrouwen bij u doen wonen, om Israels schuld te vermeerderen.

Hosea 12:1

Die van Efraim hebben Mij omsingeld met leugen, en het huis Israels met bedrog; maar Juda heerste nog met God, en was met de heiligen getrouw.

1 Corinthiërs 5:6

Uw roem is niet goed. Weet gij niet, dat een weinig zuurdesem het gehele deeg zuur maakt?

1 Corinthiërs 15:33

Dwaalt niet, kwade samensprekingen verderven goede zeden.

2 Thessalonicenzen 2:7-8

Want de verborgenheid der ongerechtigheid wordt alrede gewrocht; alleenlijk, Die hem nu wederhoudt, Die zal hem wederhouden, totdat hij uit het midden zal weggedaan worden.

1 Timotheüs 4:7

Maar verwerp de ongoddelijke en oudwijfse fabelen; en oefen uzelven tot godzaligheid.

2 Timotheüs 2:14

Breng deze dingen in gedachtenis, en betuig voor den Heere, dat zij geen woordenstrijd voeren, hetwelk tot geen ding nut is, dan tot verkering der toehoorders.

2 Timotheüs 3:13

Doch de boze mensen en bedriegers zullen tot erger voortgaan, verleidende en wordende verleid.

Titus 1:11

Welken men moet den mond stoppen, die gehele huizen verkeren, lerende wat niet behoort, om vuil gewins wil.

Titus 1:14

En zich niet begeven tot Joodse fabelen, en geboden der mensen, die hen van de waarheid afkeren.

Hebreeën 12:15

Toeziende, dat niet iemand verachtere van de genade Gods; dat niet enige wortel der bitterheid, opwaarts spruitende, beroerte make en door dezelve velen ontreinigd worden.

2 Petrus 2:2

En velen zullen hun verderfenissen navolgen, door welke de weg der waarheid zal gelasterd worden.

2 Petrus 2:18

Want zij, zeer opgeblazene ijdelheid sprekende, verlokken, door de begeerlijkheden des vleses en door ontuchtigheden, degenen, die waarlijk ontvloden waren van degenen, die in dwaling wandelen;

Openbaring 13:3

En ik zag een van zijn hoofden als tot den dood gewond, en zijn dodelijke wonde werd genezen; en de gehele aarde verwonderde zich achter het beest.

Openbaring 13:14

En verleidt degenen, die op de aarde wonen, door de tekenen, die aan hetzelve toe doen gegeven zijn in de tegenwoordigheid van het beest; zeggende tot degenen, die op de aarde wonen, dat zij het beest, dat de wond des zwaards had, en weder leefde, een beeld zouden maken.

Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd