3 Johannes 1:6
Die getuigd hebben van uw liefde, in de tegenwoordigheid der Gemeente; welken indien gij geleide doet, gelijk het Gode waardig is, zo zult gij weldoen.
1 Thessalonicenzen 2:12
En betuigden, dat gij zoudt wandelen, waardiglijk Gode, Die u roept tot Zijn Koninkrijk en heerlijkheid.
Handelingen 15:3
Zij dan, van de Gemeente uitgeleid zijnde, reisden door Fenicie en Samarie, verhalende de bekering der heidenen; en deden al den broederen grote blijdschap aan.
Titus 3:13
Geleid Zenas, den wetgeleerde, en Apollos zorgvuldiglijk, opdat hun niets ontbreke.
Genesis 4:7
Is er niet, indien gij weldoet, verhoging? en zo gij niet weldoet, de zonde ligt aan de deur. Zijn begeerte is toch tot u, en gij zult over hem heersen.
Jona 4:4
En de HEERE zeide: Is uw toorn billijk ontstoken?
Mattheüs 25:21-23
En zijn heer zeide tot hem: Wel, gij goede en getrouwe dienstknecht! over weinig zijt gij getrouw geweest; over veel zal ik u zetten; ga in, in de vreugde uws heeren.
Handelingen 15:29
Namelijk, dat gij u onthoudt van hetgeen den afgoden geofferd is, en van bloed, en van het verstikte, en van hoererij; van welke dingen, indien gij uzelven wacht, zo zult gij weldoen. Vaart wel.
Handelingen 21:5
Toen het nu geschiedde, dat wij deze dagen doorgebracht hadden, gingen wij uit, en reisden voort; en zij geleidden ons allen met vrouwen en kinderen tot buiten de stad; en aan den oever nederknielende, hebben wij gebeden.
Romeinen 15:24
Zo zal ik, wanneer ik naar Spanje reis, tot u komen; want ik hoop in het doorreizen u te zien, en van u derwaarts geleid te worden, als ik eerst van ulieder tegenwoordigheid eensdeels verzadigd zal zijn.
2 Corinthiër 1:16
En door uw stad naar Macedonie gaan, en wederom van Macedonie tot u komen, en van ulieden naar Judea geleid worden.
Filippenzen 4:14
Nochtans hebt gij wel gedaan, dat gij met mijn verdrukking gemeenschap gehad hebt.
Colossenzen 1:10
Opdat gij moogt wandelen waardiglijk den Heere, tot alle behagelijkheid, in alle goede werken vrucht dragende, en wassende in de kennis van God;
1 Petrus 2:20
Want wat lof is het, indien gij verdraagt, als gij zondigt, en daarover geslagen wordt? Maar indien gij verdraagt, als gij weldoet, en daarover lijdt, dat is genade bij God.
3 Johannes 1:12
Aan Demetrius wordt getuigenis gegeven van allen, en van de waarheid zelve; en wij getuigen ook, en gij weet, dat onze getuigenis waarachtig is.
Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd