Colossenzen 1:7
Gelijk gij ook geleerd hebt van Epafras, onzen geliefden mededienstknecht, dewelke een getrouw dienaar van Christus is voor u;
Colossenzen 4:12
U groet Epafras, die uit de uwen is, een dienstknecht van Christus, te allen tijde strijdende voor u in de gebeden, opdat gij staan moogt volmaakt en volkomen in al den wil van God.
Colossenzen 4:7
Al mijn zaken zal u bekend maken Tychikus, de geliefde broeder, en getrouwe dienaar, en mededienstknecht in de Heere;
Numberi 12:7
Alzo is Mijn knecht Mozes niet, die in Mijn ganse huis getrouw is.
Mattheüs 24:45
Wie is dan de getrouwe en voorzichtige dienstknecht, denwelken zijn heer over zijn dienstboden gesteld heeft, om hunlieder hun voedsel te geven ter rechter tijd?
Mattheüs 25:21
En zijn heer zeide tot hem: Wel, gij goede en getrouwe dienstknecht! over weinig zijt gij getrouw geweest; over veel zal ik u zetten; ga in, in de vreugde uws heeren.
1 Corinthiërs 4:2
En voorts wordt in de uitdelers vereist, dat elk getrouw bevonden worde.
1 Corinthiërs 4:17
Daarom heb ik Timotheus tot u gezonden, die mijn lieve en getrouwe zoon is in den Heere, welke u zal indachtig maken mijn wegen, die in Christus zijn, gelijkerwijs ik alom in alle Gemeenten leer.
1 Corinthiërs 7:25
Aangaande de maagden nu, heb ik geen bevel des Heeren; maar ik zeg mijn gevoelen, als die barmhartigheid van den Heere gekregen heb, om getrouw te zijn.
2 Corinthiër 11:23
Zijn zij dienaars van Christus? (ik spreek onwijs zijnde) ik ben boven hen; in arbeid overvloediger, in slagen uitnemender, in gevangenissen overvloediger, in doods gevaar menigmaal.
Efeziërs 5:21
Elkander onderdanig zijnde in de vreze Gods.
Filippenzen 2:19-22
En ik hoop in den Heere Jezus Timotheus haast tot u te zenden, opdat ik ook welgemoed moge zijn, als ik uw zaken zal verstaan hebben.
Filippenzen 2:25
Maar ik heb nodig geacht tot u te zenden Epafroditus, mijn broeder, en medearbeider en medestrijder, en uw afgezondene, en bedienaar mijner nooddruft;
1 Timotheüs 4:6
Als gij deze dingen den broederen voorstelt, zo zult gij een goed dienaar van Jezus Christus zijn, opgevoed in de woorden des geloofs en der goede leer, welke gij achtervolgd hebt.
2 Timotheüs 2:2
En hetgeen gij van mij gehoord hebt onder vele getuigen, betrouw dat aan getrouwe mensen, welke bekwaam zullen zijn om ook anderen te leren.
Hebreeën 2:17
Waarom Hij in alles den broederen moest gelijk worden, opdat Hij een barmhartig en een getrouw Hogepriester zou zijn, in de dingen, die bij God te doen waren, om de zonden des volks te verzoenen.
Hebreeën 3:2
Die getrouw is Dengene, Die Hem gesteld heeft, gelijk ook Mozes in geheel zijn huis was.
Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd