Colossenzen 3:21

Gij vaders, tergt uw kinderen niet, opdat zij niet moedeloos worden.

Efeziërs 6:4

En gij vaders, verwekt uw kinderen niet tot toorn, maar voedt hen op in de lering en vermaning des Heeren.

Psalmen 103:13

Gelijk zich een vader ontfermt over de kinderen, ontfermt Zich de HEERE over degenen, die Hem vrezen.

Spreuken 3:12

Want de HEERE kastijdt dengene, dien Hij liefheeft, ja, gelijk een vader den zoon, in denwelken hij een welbehagen heeft.

Spreuken 4:1-4

Hoort, gij kinderen! de tucht des vaders, en merkt op, om verstand te weten.

1 Thessalonicenzen 2:11

Gelijk gij weet, hoe wij een iegelijk van u, als een vader zijn kinderen, vermaanden en vertroostten,

Hebreeën 12:5-11

En gij hebt vergeten de vermaning, die tot u als tot zonen spreekt: Mijn zoon, acht niet klein de kastijding des Heeren, en bezwijkt niet, als gij van Hem bestraft wordt;

Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd

Public domain