Colossenzen 4:2
Houdt sterk aan in het gebed, en waakt in hetzelve met dankzegging;
Lukas 18:1
En Hij zeide ook een gelijkenis tot hen, daartoe strekkende, dat men altijd bidden moet, en niet vertragen;
Efeziërs 6:18
Met alle bidding en smeking, biddende te allen tijd in den Geest, en tot hetzelve wakende met alle gedurigheid en smeking voor al de heiligen;
Filippenzen 4:6
Weest in geen ding bezorgd; maar laat uw begeerten in alles, door bidden en smeken, met dankzegging bekend worden bij God;
Colossenzen 2:7
Geworteld en opgebouwd in Hem, en bevestigd in het geloof, gelijkerwijs gij geleerd zijt, overvloedig zijnde in hetzelve, met dankzegging.
Colossenzen 3:15
En de vrede Gods heerse in uw harten, tot welken gij ook geroepen zijt in een lichaam; en weest dankbaar.
1 Samuël 12:23
Wat ook mij aangaat, het zij verre van mij, dat ik tegen den HEERE zou zondigen, dat ik zou aflaten voor ulieden te bidden; maar ik zal u den goeden en rechten weg leren.
Job 15:4
Ja, gij vernietigt de vreze, en neemt het gebed voor het aangezicht Gods weg.
Job 27:8-10
Want wat is de verwachting des huichelaars, als hij zal gierig geweest zijn, wanneer God zijn ziel zal uittrekken?
Psalmen 55:16-17
Mij aangaande, ik zal tot God roepen, en de HEERE zal mij verlossen.
Psalmen 109:4
Voor mijn liefde, staan zij mij tegen; maar ik was steeds in het gebed.
Mattheüs 26:41
Waakt en bidt, opdat gij niet in verzoeking komt; de geest is wel gewillig, maar het vlees is zwak.
Markus 13:33
Ziet toe, waakt en bidt; want gij weet niet, wanneer de tijd is.
Lukas 21:36
Waakt dan te aller tijd, biddende, dat gij moogt waardig geacht worden te ontvlieden al deze dingen, die geschieden zullen, en te staan voor den Zoon des mensen.
Romeinen 12:12
Verblijdt u in de hoop. Zijt geduldig in de verdrukking. Volhardt in het gebed.
Colossenzen 1:9
Waarom ook wij, van dien dag af dat wij het gehoord hebben, niet ophouden voor u te bidden en te begeren, dat gij moogt vervuld worden met de kennis van Zijn wil, in alle wijsheid en geestelijk verstand;
Colossenzen 3:17
En al wat gij doet met woorden of met werken, doet het alles in de Naam van de Heere Jezus, dankende God en de Vader door Hem.
Colossenzen 4:12
U groet Epafras, die uit de uwen is, een dienstknecht van Christus, te allen tijde strijdende voor u in de gebeden, opdat gij staan moogt volmaakt en volkomen in al den wil van God.
1 Thessalonicenzen 5:17-18
Bidt zonder ophouden.
1 Petrus 4:7
En het einde aller dingen is nabij; zijt dan nuchteren, en waakt in de gebeden.
Treasury of Scripture Knowledge did not add