Daniël 2:31

Gij, o koning! zaagt, en ziet, er was een groot beeld (dit beeld was treffelijk, en deszelfs glans was uitnemend), staande tegen u over; en zijn gedaante was schrikkelijk.

Habakuk 1:7

Schrikkelijk en vreselijk is hetzelve; zijn recht en zijn hoogheid gaat van hemzelven uit.

Jesaja 13:11

Want Ik zal over de wereld de boosheid bezoeken, en over de goddelozen hun ongerechtigheid; en Ik zal den hoogmoed der stouten doen ophouden, en de hovaardij der tirannen zal Ik vernederen.

Jesaja 25:3-5

Daarom zal U een machtig volk eren, de stad der tirannische volken zal U vrezen.

Ezechiël 28:7

Daarom zie, Ik zal vreemden over u brengen, de tirannigste der heidenen; die zullen hun zwaarden uittrekken over de schoonheid uwer wijsheid, en zullen uw glans ontheiligen.

Daniël 7:3-17

En er klommen vier grote dieren op uit de zee, het ene van het andere verscheiden.

Mattheüs 4:8

Wederom nam Hem de duivel mede op een zeer hogen berg, en toonde Hem al de koninkrijken der wereld, en hun heerlijkheid;

Lukas 4:5

En als Hem de duivel geleid had op een hogen berg, toonde hij Hem al de koninkrijken der wereld, in een ogenblik tijds.

Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd

Public domain