Daniël 2:8

De koning antwoordde en zeide: Ik weet vastelijk, dat gijlieden den tijd uitkoopt, dewijl gij ziet, dat de zaak mij ontgaan is.

Efeziërs 5:16

Den tijd uitkopende, dewijl de dagen boos zijn.

Colossenzen 4:5

Wandelt met wijsheid bij degenen, die buiten zijn, den bekwamen tijd uitkopende.

Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd

Public domain