Deuteronomium 1:26

Doch gij wildet niet optrekken; maar gij waart den mond des HEEREN uws Gods, wederspannig.

Numberi 14:1-4

Toen verhief zich de gehele vergadering, en zij hieven hun stem op, en het volk weende in dienzelven nacht.

Psalmen 106:24-25

Zij versmaadden ook het gewenste land; zij geloofden Zijn woord niet.

Jesaja 63:10

Maar zij zijn wederspannig geworden, en zij hebben Zijn Heiligen Geest smarten aangedaan; daarom is Hij hun in een vijand verkeerd, Hij Zelf heeft tegen hen gestreden.

Handelingen 7:51

Gij hardnekkigen en onbesnedenen van hart en oren, gij wederstaat altijd den Heiligen Geest; gelijk uw vaders, alzo ook gij.

Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd

Public domain