Deuteronomium 1:45
Als gij nu wederkwaamt en weendet voor het aangezicht des HEEREN, zo verhoorde de HEERE uw stem niet, en neigde Zijn oren niet tot u.
Psalmen 78:34
Als Hij hen doodde, zo vraagden zij naar Hem, en keerden weder, en zochten God vroeg;
Hebreeën 12:17
Want gij weet, dat hij ook daarna, de zegening willende beerven, verworpen werd; want hij vond geen plaats des berouws, hoewel hij dezelve met tranen zocht.
Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd