Deuteronomium 11:32

Neemt dan waar te doen al de inzettingen en de rechten, die ik u heden voorstel.

Deuteronomium 12:32

Al dit woord, hetwelk ik ulieden gebiede, zult gij waarnemen om te doen; gij zult daar niet toedoen, en daarvan niet afdoen.

Deuteronomium 5:32-33

Neemt dan waar, dat gij doet, gelijk als de HEERE, uw God, u geboden heeft; en wijkt niet af ter rechterhand, noch ter linkerhand.

Psalmen 119:6

Dan zou ik niet beschaamd worden, wanneer ik merken zou op al Uw geboden.

Mattheüs 7:21-27

Niet een iegelijk, die tot Mij zegt: Heere, Heere! zal ingaan in het Koninkrijk der hemelen, maar die daar doet den wil Mijns Vaders, Die in de hemelen is.

Mattheüs 28:20

En ziet, Ik ben met ulieden al de dagen tot de voleinding der wereld. Amen.

Lukas 1:6

En zij waren beiden rechtvaardig voor God, wandelende in al de geboden en rechten des Heeren, onberispelijk.

Johannes 15:14

Gij zijt Mijn vrienden, zo gij doet wat Ik u gebiede.

1 Thessalonicenzen 4:1-2

Voorts dan, broeders, wij bidden en vermanen u in den Heere Jezus, gelijk gij van ons ontvangen hebt, hoe gij moet wandelen en Gode behagen, dat gij daarin meer overvloedig wordt.

Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd

Public domain