Deuteronomium 12:8
Gij zult niet doen naar alles, wat wij hier heden doen, een ieder al wat in zijn ogen recht is.
Richteren 17:6
In diezelve dagen was er geen koning in Israel; een iegelijk deed, wat recht was in zijn ogen.
Richteren 21:25
In die dagen was er geen koning in Israel; een iegelijk deed, wat recht was in zijn ogen.
Numberi 15:39
En hij zal ulieden aan de snoertjes zijn, opdat gij het aanziet, en aan al de geboden des HEEREN gedenkt, en die doet; en gij zult naar uw hart, en naar uw ogen niet sporen, die gij zijt nahoererende;
Spreuken 21:2
Alle weg des mensen is recht in zijn ogen; maar de HEERE weegt de harten.
Amos 5:25
Hebt gij Mij veertig jaren in de woestijn slachtofferen en spijsoffer toegebracht, o huis Israels?
Handelingen 7:42
En God keerde Zich, en gaf hen over, dat zij het heir des hemels dienden, gelijk geschreven is in het boek der profeten: Hebt gij ook slachtofferen en offeranden Mij opgeofferd, veertig jaren in de woestijn, gij huis Israels?
Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd