2 En dat teken of dat wonder komt, dat hij tot u gesproken had, zeggende: Laat ons andere goden, die gij niet gekend hebt, navolgen en hen dienen;
2 and the sign or the wonder comes true, concerning which he spoke to you, saying, ‘Let us go after other gods (whom you have not known) and let us serve them,’
3 Gij zult naar de woorden van dien profeet, of naar dien dromen-dromer niet horen; want de HEERE, uw God, verzoekt ulieden, om te weten, of gij den HEERE, uw God, liefhebt met uw ganse hart en met uw ganse ziel.
3 you shall not listen to the words of that prophet or that dreamer of dreams; for the Lord your God is testing you to find out if you love the Lord your God with all your heart and with all your soul.
5 En diezelve profeet, of dromen-dromer, zal gedood worden; want hij heeft tot een afval gesproken tegen den HEERE, uw God, Die ulieden uit Egypteland heeft uitgevoerd, en u uit het diensthuis verlost; om u af te drijven van den weg, dien u de HEERE, uw God, geboden heeft, om daarin te wandelen. Zo zult gij het boze uit het midden van u wegdoen.
5 But that prophet or that dreamer of dreams shall be put to death, because he has counseled rebellion against the Lord your God who brought you from the land of Egypt and redeemed you from the house of slavery, to seduce you from the way in which the Lord your God commanded you to walk. So you shall purge the evil from among you.
6 Wanneer uw broeder, de zoon uwer moeder, of uw zoon, of uw dochter, of de vrouw van uw schoot, of uw vriend, die als uw ziel is, u zal aanporren in het heimelijke, zeggende: Laat ons gaan, en dienen andere goden, die gij niet gekend hebt, gij noch uw vaderen;
6 “If your brother, your mother’s son, or your son or daughter, or the wife you cherish, or your friend who is as your own soul, entice you secretly, saying, ‘Let us go and serve other gods’ (whom neither you nor your fathers have known,
10 En gij zult hem met stenen stenigen, dat hij sterve; want hij heeft u gezocht af te drijven van den HEERE, uw God, Die u uit Egypteland, uit het diensthuis, uitgevoerd heeft.
10 So you shall stone him to death because he has sought to seduce you from the Lord your God who brought you out from the land of Egypt, out of the house of slavery.
13 Er zijn mannen, Belials-kinderen, uit het midden van u uitgegaan, en hebben de inwoners hunner stad aangedreven, zeggende: Laat ons gaan, en dienen andere goden, die gij niet gekend hebt;
13 some worthless men have gone out from among you and have seduced the inhabitants of their city, saying, ‘Let us go and serve other gods’ (whom you have not known),
14 Zo zult gij onderzoeken, en naspeuren, en wel navragen; en ziet, het is de waarheid, de zaak is zeker, zulk een gruwel is in het midden van u gedaan;
14 then you shall investigate and search out and inquire thoroughly. If it is true and the matter established that this abomination has been done among you,
15 Zo zult gij de inwoners derzelver stad ganselijk slaan met de scherpte des zwaards, verbannende haar, en alles, wat daarin is, ook haar beesten, met de scherpte des zwaards.
15 you shall surely strike the inhabitants of that city with the edge of the sword, utterly destroying it and all that is in it and its cattle with the edge of the sword.
16 En al haar roof zult gij verzamelen in het midden van haar straat, en den HEERE, uw God, die stad en al haar roof ganselijk met vuur verbranden; en zij zal een hoop zijn eeuwiglijk, zij zal niet weder gebouwd worden.
16 Then you shall gather all its booty into the middle of its open square and burn the city and all its booty with fire as a whole burnt offering to the Lord your God; and it shall be a ruin forever. It shall never be rebuilt.
17 Ook zal er niets van het verbannene aan uw hand kleven, opdat de HEERE Zich wende van de hitte Zijns toorns, en u geve barmhartigheid, en Zich uwer erbarme, en u vermenigvuldige, gelijk als Hij uw vaderen gezworen heeft;
17 Nothing from that which is put under the ban shall cling to your hand, in order that the Lord may turn from His burning anger and show mercy to you, and have compassion on you and make you increase, just as He has sworn to your fathers,
18 Wanneer gij de stem des HEEREN, uws Gods, zult gehoorzaam zijn, om te houden al Zijn geboden, die ik u heden gebiede, om te doen wat recht is in de ogen des HEEREN, uws Gods.
18 if you will listen to the voice of the Lord your God, keeping all His commandments which I am commanding you today, and doing what is right in the sight of the Lord your God.