Deuteronomium 13:14

Zo zult gij onderzoeken, en naspeuren, en wel navragen; en ziet, het is de waarheid, de zaak is zeker, zulk een gruwel is in het midden van u gedaan;

Deuteronomium 17:4

En het wordt u aangezegd, en gij hoort het; zo zult gij het wel onderzoeken; en ziet, het is de waarheid, de zaak is zeker, zulk een gruwel is in Israel gedaan;

Numberi 35:30

Al wie de ziel slaat, naar den mond der getuige zal men den doodslager doden, maar een enig getuige zal niet getuigen tegen een ziel, dat zij sterve.

Deuteronomium 10:18

Die het recht van den wees en van de weduwe doet; en den vreemdeling liefheeft, dat Hij hem brood en kleding geve.

Jesaja 11:3-4

En Zijn rieken zal zijn in de vreze des HEEREN; en Hij zal naar het gezicht Zijner ogen niet richten; Hij zal ook naar het gehoor Zijner oren niet bestraffen.

Johannes 7:24

Oordeelt niet naar het aanzien, maar oordeelt een rechtvaardig oordeel.

1 Timotheüs 5:19

Neem tegen een ouderling geen beschuldiging aan, anders dan onder twee of drie getuigen.

Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd

Public domain