Deuteronomium 15:12

Wanneer uw broeder, een Hebreer of een Hebreinne, aan u verkocht zal zijn, zo zal hij u zes jaren dienen; maar in het zevende jaar zult gij hem vrij van u laten gaan.

Jeremia 34:14

Ten einde van zeven jaren zult gij laten gaan, een iegelijk zijn broeder, een Hebreer, die u zal verkocht zijn, en u zes jaren gediend heeft; gij zult hem dan van u laten vrijgaan; maar uw vaders hoorden niet naar Mij, en neigden hun oor niet.

Leviticus 25:39-41

Desgelijks, wanneer uw broeder bij u zal verarmd zijn, en zich aan u verkocht zal hebben, gij zult hem niet doen dienen den dienst van een slaaf;

Exodus 21:2-6

Als gij een Hebreeuwsen knecht kopen zult, die zal zes jaren dienen; maar in het zevende zal hij voor vrij uitgaan, om niet.

Deuteronomium 15:1

Ten einde van zeven jaren zult gij een vrijlating maken.

Johannes 8:35-36

En de dienstknecht blijft niet eeuwiglijk in het huis, de zoon blijft er eeuwiglijk.

Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd

Public domain