Deuteronomium 16:5

Gij zult het pascha niet mogen slachten in een uwer poorten, die de HEERE, uw God, u geeft.

Deuteronomium 12:5-6

Maar naar de plaats, die de HEERE, uw God, uit al uw stammen verkiezen zal, om Zijn Naam aldaar te zetten, naar Zijn woning zult gijlieden vragen, en daarheen zult gij komen;

Deuteronomium 16:2

Dan zult gij den HEERE, uw God, het pascha slachten, schapen en runderen, in de plaats, die de HEERE verkiezen zal, om Zijn Naam aldaar te doen wonen.

Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd

Public domain