Deuteronomium 19:3
Gij zult u den weg bereiden, en de pale uws lands, dat u de HEERE, uw God, zal doen erven, in drieen delen; dit nu zal zijn, opdat ieder doodslager daarhenen vliede.
Jesaja 57:14
En men zal zeggen: Verhoogt de baan, verhoogt de baan, bereidt den weg, neemt den aanstoot uit den weg Mijns volks.
Jesaja 35:8
En aldaar zal een verheven baan en een weg zijn, welke de heilige weg zal genaamd worden; de onreine zal er niet doorgaan, maar hij zal voor deze zijn; die dezen weg wandelt, zelfs de dwazen zullen niet dwalen.
Jesaja 62:10
Gaat door, gaat door, door de poorten, bereidt den weg des volks; verhoogt, verhoogt een baan, ruimt de stenen weg, steekt een banier omhoog tot de volken!
Hebreeën 12:13
En maakt rechte paden voor uw voeten, opdat hetgeen kreupel is, niet verdraaid worde, maar dat het veelmeer genezen worde.
Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd