Deuteronomium 22:7
Gij zult de moeder ganselijk vrijlaten; maar de jongen zult gij voor u nemen; opdat het u welga, en gij de dagen verlengt.
Deuteronomium 4:40
En gij zult houden Zijn inzettingen en Zijn geboden, die ik u heden gebiede, opdat het u en uw kinderen na u welga, en opdat gij de dagen verlengt in het land, dat de HEERE, uw God, u geeft, voor altoos.
Spreuken 22:4
Het loon der nederigheid, met de vreze des HEEREN, is rijkdom, en eer, en leven.
Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd