Deuteronomium 32:44
En Mozes kwam, en sprak al de woorden dezes lieds voor de oren des volks, hij en Hosea, de zoon van Nun.
Numberi 13:8
Van de stam van Efraim, Hosea, de zoon van Nun.
Numberi 13:16
Dit zijn de namen der mannen, die Mozes zond, om dat land te verspieden; en Mozes noemde Hosea, den zoon van Nun, Jozua.
Deuteronomium 31:22
Zo schreef Mozes dit lied te dien dage, en hij leerde het den kinderen Israels.
Deuteronomium 31:30
Toen sprak Mozes, voor de oren der ganse gemeente van Israel, de woorden dezes lieds, totdat zij voltrokken waren.
Treasury of Scripture Knowledge did not add