Deuteronomium 5:6
Ik ben de HEERE, uw God, Die u uit Egypteland, uit het diensthuis uitgeleid heb.
Exodus 20:2-17
Ik ben de HEERE uw God, Die u uit Egypteland, uit het diensthuis, uitgeleid heb.
Leviticus 26:1-2
Gij zult ulieden geen afgoden maken; noch gesneden beeld, noch opgericht beeld zult gij u stellen, noch gebeelden steen in uw land zetten, om u daarvoor te buigen; want Ik ben de HEERE, uw God!
Deuteronomium 4:4
Gij daarentegen, die den HEERE, uw God, aanhingt, gij zijt heden allen levende.
Psalmen 81:5-10
Hij heeft het gezet tot een getuigenis in Jozef, als Hij uitgetogen was tegen Egypteland; alwaar ik gehoord heb een spraak, die ik niet verstond;
Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd