Efeziërs 1:23

Welke Zijn lichaam is, en de vervulling Desgenen, Die alles in allen vervult.

Johannes 1:16

En uit Zijn volheid hebben wij allen ontvangen, ook genade voor genade.

Efeziërs 3:19

En bekennen de liefde van Christus, die de kennis te boven gaat, opdat gij vervuld wordt tot al de volheid Gods.

Efeziërs 4:10

Die nedergedaald is, is Dezelfde ook, Die opgevaren is verre boven al de hemelen, opdat Hij alle dingen vervullen zou.

Efeziërs 4:12

Tot de volmaking der heiligen, tot het werk der bediening, tot opbouwing des lichaams van Christus;

Colossenzen 1:24

Die mij nu verblijd in mijn lijden voor u, en vervulle in mijn vlees de overblijfselen van de verdrukkingen van Christus, voor Zijn lichaam, hetwelk is de Gemeente;

Colossenzen 3:11

Waarin niet is Griek en Jood, besnijdenis en voorhuid, barbaar en Scyth, dienstknecht en vrije; maar Christus is alles en in allen.

Colossenzen 1:18-19

En Hij is het Hoofd des lichaams, namelijk der Gemeente, Hij, Die het Begin is, de Eerstgeborene uit de doden, opdat Hij in allen de Eerste zou zijn.

1 Corinthiërs 12:6

En er is verscheidenheid der werkingen, doch het is dezelfde God, Die alles in allen werkt.

1 Corinthiërs 12:12-27

Want gelijk het lichaam een is, en vele leden heeft, en al de leden van dit ene lichaam, vele zijnde, maar een lichaam zijn, alzo ook Christus.

1 Corinthiërs 15:28

En wanneer Hem alle dingen zullen onderworpen zijn, dan zal ook de Zoon Zelf onderworpen worden Dien, Die Hem alle dingen onderworpen heeft, opdat God zij alles in allen.

Efeziërs 2:16

En opdat Hij die beiden met God in een lichaam zou verzoenen door het kruis, de vijandschap aan hetzelve gedood hebbende.

Efeziërs 4:4

Een lichaam is het, en een Geest, gelijkerwijs gij ook geroepen zijt tot een hoop uwer roeping;

Efeziërs 5:23-32

Want de man is het hoofd der vrouw, gelijk ook Christus het Hoofd der Gemeente is; en Hij is de Behouder des lichaams.

Colossenzen 2:9-10

Want in Hem woont al de volheid der Godheid lichamelijk;

Colossenzen 3:15

En de vrede Gods heerse in uw harten, tot welken gij ook geroepen zijt in een lichaam; en weest dankbaar.

Romeinen 13:5

Daarom is het nodig onderworpen te zijn, niet alleen om der straffe, maar ook om des gewetens wil.

Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd

Public domain