Esther 8:13

De inhoud van dit schrift was: dat een wet zou gegeven worden in alle landschappen, openbaar aan alle volken; en dat de Joden gereed zouden zijn tegen dien dag, om zich te wreken aan hun vijanden.

Esther 3:14

De inhoud van het schrift was, dat er een wet zou gegeven worden in alle landschappen, openbaar aan alle volken, dat zij tegen denzelfden dag zouden gereed zijn.

Richteren 16:28

Toen riep Simson tot den HEERE, en zeide: Heere, HEERE! gedenk toch mijner, en sterk mij toch alleenlijk ditmaal, o God! dat ik mij met een wrake voor mijn twee ogen aan de Filistijnen wreke.

Psalmen 37:14-15

Cheth. De goddelozen hebben het zwaard uitgetrokken, en hun boog gespannen, om den ellendige en nooddruftige neder te vellen, om te slachten, die oprecht van weg zijn.

Psalmen 68:23

Opdat gij uw voet, ja, de tong uwer honden, moogt steken in het bloed van de vijanden, van een iegelijk van hen.

Psalmen 92:10-11

Maar Gij zult mijn hoorn verhogen, gelijk eens eenhoorns; ik ben met verse olie overgoten.

Psalmen 149:6-9

De verheffingen Gods zullen in hun keel zijn; en een tweesnijdend zwaard in hun hand;

Lukas 18:7

Zal God dan geen recht doen Zijn uitverkorenen, die dag en nacht tot Hem roepen, hoewel Hij lankmoedig is over hen?

Openbaring 6:10

En zij riepen met grote stem, zeggende: Hoelang, o heilige en waarachtige Heerser, oordeelt en wreekt Gij ons bloed niet van degenen, die op de aarde wonen?

Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd

Public domain