Esther 8:7
Toen zeide de koning Ahasveros tot de koningin Esther en tot Mordechai, den Jood: Ziet, het huis van Haman heb ik Esther gegeven, en hem heeft men aan de galg gehangen, omdat hij zijn hand aan de Joden geslagen had.
Esther 7:10-1
Alzo hingen zij Haman aan de galg, die hij voor Mordechai had doen bereiden; en de grimmigheid des konings werd gestild.
Spreuken 13:22
De goede zal zijner kinders kinderen doen erven; maar het vermogen des zondaars is voor de rechtvaardige weggelegd.
Galaten 3:13
Christus heeft ons verlost van den vloek der wet, een vloek geworden zijnde voor ons; want er is geschreven: Vervloekt is een iegelijk, die aan het hout hangt.
Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd