Esther 9:5
De Joden nu sloegen op al hun vijanden, met den slag des zwaards, en der doding, en der verderving; en zij deden met hun haters naar hun welbehagen.
Psalmen 18:34-40
Hij leert mijn handen ten strijde, zodat een stalen boog met mijn armen verbroken is.
Psalmen 18:47-48
De God, Die mij volkomen wraak geeft, en de volken onder mij brengt;
Psalmen 20:7-8
Dezen vermelden van wagens, en die van paarden; maar wij zullen vermelden van den Naam des HEEREN, onzes Gods.
Psalmen 149:6-9
De verheffingen Gods zullen in hun keel zijn; en een tweesnijdend zwaard in hun hand;
Jeremia 18:21
Daarom, geef hun zonen den honger over, en doe ze wegvloeien door het geweld des zwaards, en laat hun vrouwen van kinderen beroofd en weduwen worden, en laat hun mannen door den dood omgebracht, en hun jongelingen met het zwaard geslagen worden in den strijd.
2 Thessalonicenzen 1:6
Alzo het recht is bij God verdrukking te vergelden dengenen, die u verdrukken;
Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd