Exodus 21:12
Wie iemand slaat, dat hij sterft, die zal zekerlijk gedood worden.
Genesis 9:6
Wie des mensen bloed vergiet, zijn bloed zal door den mens vergoten worden; want God heeft den mens naar Zijn beeld gemaakt.
Leviticus 24:17
En als iemand enige ziel des mensen zal verslagen hebben, hij zal zekerlijk gedood worden.
Mattheüs 26:52
Toen zeide Jezus tot hem: Keer uw zwaard weder in zijn plaats; want allen, die het zwaard nemen, zullen door het zwaard vergaan.
Numberi 35:30-31
Al wie de ziel slaat, naar den mond der getuige zal men den doodslager doden, maar een enig getuige zal niet getuigen tegen een ziel, dat zij sterve.
Exodus 20:13
Gij zult niet doodslaan.
Numberi 35:16-24
Maar indien hij hem met een ijzeren instrument geslagen heeft, dat hij gestorven zij, een doodslager is hij; deze doodslager zal zekerlijk gedood worden.
Deuteronomium 19:11-13
Maar wanneer er iemand zijn zal, die zijn naaste haat, en hem lagen legt, en staat tegen hem op, en slaat hem aan het leven, dat hij sterve; en vliedt tot een van die steden;
2 Samuël 12:13
Toen zeide David tot Nathan: Ik heb gezondigd tegen den HEERE! En Nathan zeide tot David: De HEERE heeft ook uw zonde weggenomen, gij zult niet sterven.
Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd