Exodus 29:5
Daarna zult gij de klederen nemen, en Aaron den rok, en den mantel des efods, en den efod, en den borstlap aandoen; en gij zult hem omgorden met den kunstelijken riem des efods.
Exodus 28:2-8
En gij zult voor uw broeder Aaron heilige klederen maken, tot heerlijkheid en tot sieraad.
Leviticus 8:7-8
Daar deed hij hem den rok aan, en gordde hem met den gordel, en trok hem den mantel aan; en deed hij hem den efod aan, en gordde dien met de kunstelijken riem des efods, en ombond hem daarmede.
Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd