Exodus 3:19

Doch Ik weet, dat de koning van Egypte ulieden niet zal laten gaan, ook niet door een sterke hand.

Exodus 5:2

Maar Farao zeide: Wie is de HEERE, Wiens stem ik gehoorzamen zou, om Israel te laten trekken? Ik ken den HEERE niet, en ik zal ook Israel niet laten trekken.

Exodus 6:1

Verder sprak God tot Mozes, en zeide tot hem: Ik ben de HEERE,

Exodus 7:1-14

Toen zeide de HEERE tot Mozes: Zie, Ik heb u tot een god gezet over Farao; en Aaron, uw broeder, zal uw profeet zijn.

Psalmen 136:11-12

En heeft Israel uit het midden van hen uitgebracht; want Zijn goedertierenheid is in der eeuwigheid.

Jesaja 63:12-13

Die den arm Zijner heerlijkheid heeft doen gaan aan de rechterhand van Mozes; Die de wateren voor hunlieder aangezichten kliefde opdat Hij Zich een eeuwigen Naam maakte?

Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd

Public domain