Exodus 34:9
En hij zeide: Heere! indien ik nu genade gevonden heb in Uw ogen, zo ga nu de Heere in het midden van ons, want dit is een hardnekkig volk; doch vergeef onze ongerechtigheid en onze zonde, en neem ons aan tot een erfdeel!
Psalmen 33:12
Welgelukzalig is het volk, welks God de HEERE is; het volk, dat Hij Zich ten erve verkoren heeft.
Exodus 32:9
Verder zeide de HEERE tot Mozes: Ik heb dit volk gezien, en zie, het is een hardnekkig volk!
Deuteronomium 32:9
Want des HEEREN deel is Zijn volk, Jakob is het snoer Zijner erve.
Psalmen 28:9
Verlos Uw volk, en zegen Uw erve, en weid hen, en verhef hen tot in eeuwigheid.
Psalmen 78:62
En Hij leverde Zijn volk over ten zwaarde, en werd verbolgen tegen Zijn erfenis.
Psalmen 94:14
Want de HEERE zal Zijn volk niet begeven, en Hij zal Zijn erve niet verlaten.
Jeremia 10:16
Jakobs deel is niet gelijk die, want Hij is de Formeerder van alles, en Israel is de roede Zijner erfenis; HEERE der heirscharen is Zijn Naam.
Zacharia 2:12
Dan zal de HEERE Juda erven voor Zijn deel, in het heilige land, en Hij zal Jeruzalem nog verkiezen.
Exodus 19:5
Nu dan, indien gij naarstiglijk Mijner stem zult gehoorzamen, en Mijn verbond houden, zo zult gij Mijn eigendom zijn uit alle volken, want de ganse aarde is Mijn;
Exodus 33:3-5
Naar het land, dat van melk en honig is vloeiende; want Ik zal in het midden van u niet optrekken; want gij zijt een hardnekkig volk; dat Ik u op dezen weg niet vertere.
Exodus 33:13-17
Nu dan, ik bidde, indien ik genade gevonden heb in Uw ogen, zo laat mij nu Uw weg weten, en ik zal U kennen, opdat ik genade vinde in Uw ogen; en zie aan, dat deze natie Uw volk is!
Numberi 14:19
Vergeef toch de ongerechtigheid dezes volks, naar de grootte Uwer goedertierenheid, en gelijk Gij ze aan dit volk, van Egypteland af tot hiertoe, vergeven hebt!
Psalmen 25:11
Lamed. Om Uws Naams wil, HEERE! zo vergeef mijn ongerechtigheid, want die is groot.
Psalmen 135:4
Want de HEERE heeft Zich Jakob verkoren, Israel tot Zijn eigendom.
Jesaja 48:4
Omdat Ik wist, dat gij hard zijt, en uw nek een ijzeren zenuw is, en uw voorhoofd koper;
Mattheüs 28:20
En ziet, Ik ben met ulieden al de dagen tot de voleinding der wereld. Amen.
Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd