Exodus 35:8

En olie tot den luchter, en specerijen ter zalfolie, en tot roking welriekende specerijen;

Exodus 25:1-40

Toen sprak de HEERE tot Mozes, zeggende:

Exodus 27:20

Gij nu zult de kinderen Israels gebieden, dat zij tot u brengen reine olie van olijven, gestoten tot den luchter, dat men geduriglijk de lampen aansteke.

Exodus 30:23

Gij nu, neem u de voornaamste specerijen, de zuiverste mirre, vijfhonderd sikkels, en specerijkaneel, half zoveel namelijk tweehonderd en vijftig sikkels, ook specerijkalmus, tweehonderd en vijftig sikkels;

Exodus 30:28

En het altaar des brandoffers, met al zijn gereedschap, en het wasvat met zijn voet.

Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd

Public domain