Exodus 39:18
Doch de twee andere einden der gedraaide ketenen zetten zij aan de twee kastjes, en zij zetten ze aan de schouderbanden des efods, recht op de voorste zijde van dien.
Exodus 28:14
En twee ketentjes van louter goud; gelijk-eindigende zult gij die maken, gedraaid werk; en de gedraaide ketentjes zult gij aan de kastjes hechten.
Hooglied 1:10
Uw wangen zijn liefelijk in de spangen, uw hals in de parelsnoeren.
Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd