Ezechiël 1:15

Als ik die dieren zag, ziet, zo was er een rad op de aarde bij die dieren, naar vier aangezichten van hetzelve.

Ezechiël 10:9

Toen zag ik, en ziet, vier raderen waren bij de cherubs; een rad was bij elken cherub; en de gedaante der raderen was als de verf van een turkoois-steen.

Ezechiël 1:19-21

Als nu de dieren gingen, gingen de raderen bij hen; en als de dieren van de aarde opgeheven werden, werden de raderen opgeheven.

Daniël 7:9

Dit zag ik, totdat er tronen gezet werden, en de Oude van dagen Zich zette, Wiens kleed wit was als de sneeuw, en het haar Zijns hoofds als zuivere wol; Zijn troon was vuurvonken, deszelfs raderen een brandend vuur.

Ezechiël 1:6

En elkeen had vier aangezichten; insgelijks had elkeen van hen vier vleugelen.

Ezechiël 10:13-17

Aangaande de raderen, elkeen derzelve werd voor mijn ogen genoemd Galgal.

Openbaring 4:7

En het eerste dier was een leeuw gelijk, en het tweede dier een kalf gelijk, en het derde dier had het aangezicht als een mens, en het vierde dier was een vliegenden arend gelijk.

Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd

Public domain